Barok kenmerken: Een totaal overzicht

De Europese stijlperiode Barok begon in de 17e eeuw en duurde tot in de eerste helft van de 18e eeuw. De barok begon in Italië en kwam tot uiting in de architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en muziek. “Het woord barok komt van het Portugese barroco, wat ‘onregelmatig gevormde parel’ betekent. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vroeg-, hoog- en laatbarok. De laatbarok wordt ook wel rococo genoemd.”(bron) U kwam hier echter omdat u zoekt naar de kenmerken van de Barok. In een handig en overzichtelijke lijst hebben we de kenmerken van de barok per categorie gerangschikt; de Bouwkunst / Architectuur, de Schilderkunst, de Muziek en de Literatuur.

Barok kenmerken in de Bouwkunst

  • gebruik van dieptewerking met perspectieven en door veelvuldig gebruik van ovalen
  • rijk en weelderig materiaalgebruik
  • tweezijdige symmetrie
  • ingewikkelde patronen
  • veelvuldig gebruik van versieringen
  • goddelijke onderwerpen
  • gebruik van concaaf en convex

Barok kenmerken in de Schilderkunst

  • extreem realisme
  • dramatische effecten
  • sterke licht/donker contrasten (clair-obscur)
  • veel emotie (op gezichten)
  • veel vaart en beweging en druk/krinkelende figuren
  • berekende dieptebewerking
  • diagonalen

Barok kenmerken in de Muziek

  • monodie op basis van basso continuo
  • affectenleer als leidraad voor de muzikale expressie
  • harmonisch contrapunt
  • da capo aria en fuga
  • opera’s met serieuze thema’s uit de Griekse en Romeinse mythologie en oratoria, gebaseerd op bijbelse verhalen
  • typisch instrumentale vormen, zoals het concerto grosso en de suite, bedoeld voor uitvoering in adellijke kringen
  • diverse nationale dansen, zoals allemande, bourree, gavotte, menuet, sarabande

 Barok kenmerken in de Literatuur

  • sterk beroep op menselijke emoties, felle accenten, tegenstellingen en versterkte effecten
  • hernieuwde voorkeur voor de “grote” genres als het epos, de tragedie, de tragikomedie
  • het gebruik van bombastische, gezwollen taal met veel hyperbolen en herhalingen
  • de barokke kunst werd dynamisch
  • individualisme en religie kwamen weer meer centraal te staan

Barok kenmerken in het Interieur

  • materialen als exotisch fineer, zoals ebbe-, palissander- en satijnhout, en inlegwerk van schildpad, ivoor en parelmoer
  • bekleding van zijde-damast, geschoren velours met drukke patronen, goud- en zilverbrokaat en borduursels (stoelen)
  • elementen als de “kuif” op spiegels en kasten en de festoenen (snijwerk in de vorm van guirlandes van bloemen en vruchten)
  • versieringen met weelderig houtsnijwerk in de vorm van dierenklauwen, vaasjes, kronen, vruchten of emblemen
  • toepassingen van kroonluchters en lampkaarsjes van glas, kunststof, plexiglas en roestvaststaal

Laat een reactie achter

Scroll naar boven