6 lessen van de befaamde, Amerikaanse schrijver en psychotherapeut Amy Bloom

Amy Bloom werd genomineerd voor vele prijzen waaronder de National Book Award. In haar laatste boek, In liefde, beschrijft de psychotherapeut de laatste jaren van het leven van haar echtgenoot Brian Ameche.

1. Het is niet erg om een buitenbeentje te zijn

“Mijn zus is zes jaar ouder en in onze jeugd waren we niet zo close. Toen zij ging studeren en uit huis ging, was ik twaalf. Ik bleef achter met mijn ouders. Ik kan me niet herinneren dat we ooit diepe gesprekken voerden. Mijn moeder heeft weleens verteld dat toen ik een jaar of zeven was, eens uit bed kwam en boven aan de trap ging zitten. Toen ze me betrapte en vroeg wat ik deed, zei ik dat ik wilde weten wat ze deden ’s avonds. Mijn ouders, die allebei in hun stoel zaten te lezen, hadden elkaar aangekeken en zeiden: dit is wat we doen, elke avond.

Mijn vader hield erg van zijn vak, hij was journalist in hart en nieren. Het paste hem goed. Hij was vrij van geest. Waar mijn moeder zich zorgen over mij kon maken, vooral of ik er wel bij hoorde – en nee, ik hoorde er niet bij, sterker: ik was een buitenbeentje en dat vond ik niet erg – liet mijn vader de dingen meer op zijn beloop. Ik denk dat ik mijn sterk ontwikkelde eigenwaarde meer van hem heb dan van mijn moeder. Hij zei dingen als: als je je laat beïnvloeden door vreemde mensen die dingen over je zeggen of denken dan moet je je schamen! Hij was heel duidelijk op dat punt. Mijn moeder was vanuit haar eigen opvoeding wat meer in het gareel. Toch voelde ze tegelijkertijd steunend. Van haar kreeg ik mijn eerste computer begin jaren 80. Ze gunde me de carrière die ze zelf nooit had gehad.”

2. Je helpt mensen door erbij te zijn en te luisteren

“Ik heb een master in sociaal werk gedaan. Mijn eerste baan was als medisch sociaal werker, in een ziekenhuis. Het was een leerzame tijd. Ik herinner me de keer dat er een chirurg op me af kwam, die net de voet van een vijftienjarig meisje had moeten amputeren. Bijna feitelijk zei hij: in die kamer daar ligt een meisje, misschien kun je even met haar praten, zodat ze zich wat beter gaat voelen. Ik vroeg nog: ‘hoe?’ Maar hij zei alleen maar iets als ‘see you later’.

Wat ik leerde toen en daarna, is dat het in relaties, of dat nu om therapeutische, liefdes of vriendschappen gaat, je belangrijkste taak is om aanwezig en betrokken te zijn, zonder dat je de ervaring van iemand wilt overnemen. Dat is soms heel moeilijk. Van het meisje leerde ik dat wat het ook is waardoor je in het leven wordt getroffen, je ertoe moet gaan verhouden. Of, en in welke mate je dat kunt, is niet alleen een kwestie van je aard, maar van hoeveel veerkracht je hebt.

Later, toen ik mijn kinderen had gekregen, ben ik psychotherapie gaan studeren. Ook met patiënten met psychische problemen gaat het vooral om erbij kunnen zijn. Erbij zijn en luisteren.”

3. Accepteer mensen, inclusief de fouten

“Het grootste deel van de tijd prijs ik mezelf gelukkig dat ik mijn man Brian heb kunnen helpen met wat hij graag wilde – een waardige dood sterven. Hij leed aan Alzheimer. Brian was mijn tweede echtgenoot. We waren erg gelukkig samen. We ontmoetten elkaar toen we allebei volwassen waren, en dan bedoel ik met volwassen dat je niet meer hoeft uit te zoeken wie je bent en wat je verwachtingen zijn. Hij had dat innerlijke werk eveneens gedaan. Ik denk dat we elkaar helemaal accepteerden, inclusief de fouten. Dat laatste is belangrijk. Mensen veranderen niet veel. Je kunt gedrag veranderen, maar je karakter is je karakter.”

4. Onvoorwaardelijke liefde is een groot goed

“Ik heb het altijd fijn gevonden om kinderen te hebben. Toen ze klein waren en ook nu ze zelf kinderen hebben en ik oma ben. Ik ben een andere oma dan mijn eigen moeder, zoals ik ook een andere moeder was dan zij. Ik herinner me dat toen ik drie kinderen had en mijn moeder langskwam terwijl de vaat opgestapeld op het aanrecht stond, de baby een vieze luier omhad, de peuter al haar kleren had uitgetrokken en mijn zoon waarschijnlijk stoned in zijn kamer zat, mijn moeder zei: ‘Je kinderen zijn zo mooi, je huis is zo lovely. You’re amazing.’ Ik heb nooit een woord van kritiek gehad van haar. Het enige waar ze weleens iets over heeft gezegd, was mijn haar. Ik had een pony en dat vond ze niks, maar dat was alles. Mijn moeder had haar tekortkomingen, maar ze had ook een onvoorwaardelijke liefde en dat voelde je in alles. Ik ben in mijn praktijk door de jaren heen zo veel cliënten tegengekomen die moesten ontsnappen aan het juk van een kritische ouder, dat ik weet hoe het anders kan dus ik prijs mezelf gelukkig. Het was ook niet dat ze dan aanbood om te helpen hoor. Dat hoorde niet tot haar vaardigheden. En waarom zou ze? Ze speelde met de kinderen, we dronken een kop koffie. Ze bood aan om te helpen in de keuken en deed dan niks. Dat was mijn moeder. Ze is zestien jaar geleden overleden en ik mis haar nog in al die dingen. Ook mijn kinderen herinneren zich haar als een dolle oma, die nooit kritiek leverde en alleen maar zei: je bent zo mooi, je bent zo slim, zo grappig. En ze genoot van ze, dat deed ze echt. Het kon mij niet schelen dat ze de vaat niet waste.”

5. Je kunt niet altijd gelukkig zijn

“Ik heb in mijn leven gelukkige en minder gelukkige tijden gekend. Gelukkig zijn is prettig, maar ik weet ook dat je niet altijd gelukkig kunt zijn en dat hoeft ook niet. Het advies dat ik mijn kinderen gaf is: zoek geluk, zorg voor jezelf en probeer anderen geen pijn te doen.

Soms zul je in je leven andere mensen pijn doen. Maar je moet in elk geval een poging doen om het niet te doen. Dat is niet zo’n verkeerd advies toch?”

6. Ouder worden is oké

“Ik ben 68 nu. Mijn vader zei over ouder worden altijd: wat is het alternatief? Zo ga ik er ook mee om. Het is jammer dat je lichaam niet meer altijd doet wat jij wilt. Iemand gaf me ooit het advies dat wanneer je wilt dat mensen niet gefocust zijn op je leeftijd je nooit geluid moet maken als je opstaat of gaat zitten, want dan leg je de nadruk alleen maar meer op je leeftijd. Dus geen poeh-poeh zeggen of te veel zuchten. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Tegelijkertijd: ik zou ook geen 25 of 35 meer willen zijn. Of nou ja, misschien, om met Nora Ephron te spreken, dat ‘als ik toen had geweten wat ik nu weet dan zou ik tegen mezelf zeggen: doe een bikini aan en een paar hoge hakken en verander die outfit de komende tien jaar niet meer.’ Een fantastisch advies.”

Het gehele interview van Clementine van Wijngaarden verscheen eerder in Flow magazine.

Meer lezen

Anna Freud: moeder van de kinderpsychologie.
Meer van het leven genieten: zeven lessen van de oude Grieken.
Zo laat je los (en meer lessen uit de natuur).

Tekst Clementine van Wijngaarden  Fotografie Alessandro La Becca/Unsplash

Scroll naar boven