Dagboek van een introvert #26: overthinking (en hoe je ermee kunt omgaan)

Online editor Bente van de Wouw is introvert en schrijft erover. Deze keer: dat constante gemaal in je hoofd, en hoe je kunt omgaan met overthinking.

Het is twaalf uur ’s nachts en ik probeer in slaap te vallen. Alle omstandigheden zijn ernaar. Een fris gewassen bed, donkere kamer, oordopjes in. Van tevoren heb ik braaf een half uur gelezen – wat me altijd helpt om moe te worden – en sinds zeven uur heb ik niet meer naar een blauw scherm gekeken.

Maar in plaats van in slaap te vallen, lig ik klaarwakker in bed, bedenkend wat ik wél had kunnen zeggen in dat argument zes weken geleden. Want dat is natuurlijk topprioriteit in dat hoofd van mij.

Dat introvert zijn ook zijn mindere kanten heeft, mag duidelijk zijn. Eén daarvan is dat ik nogal de neiging heb om te gaan malen in mijn hoofd. Uren kan ik nadenken over het ontstaan van het universum of wat me staat te wachten als ik doodga, en dat noem ik positief gemijmer. Maar dan is er ook het nutteloze overdenken dat minder plezierig is.

(Over)denken hoort een beetje bij mij

Als ik met iemand afgesproken heb, kan ik me naderhand afvragen of diegene me echt wel aardig vond. En als een collega naar me snauwt, betrek ik het meteen op mezelf. Kan ik uren nadenken over wat ik fout heb gedaan, terwijl in werkelijkheid die collega gewoon een rotdag heeft. En dan is er nog het eeuwige ‘heb ik wel de juiste keuze gemaakt’-gekonkel na een grote beslissing. Vermoeiend, wel.

Dat overdenken zal er altijd wel een beetje in blijven zitten. Als introvert mijmer ik nou eenmaal graag en overthinking is daar de schaduwkant van. Of ik het nou leuk vind of niet. Gelukkig kan ik er na heel wat vallen en opstaan beter mee omgaan. Voor iedereen werkt wat anders. Dit helpt mij.

Zo ga ik om met overthinking

Het begint bij acceptatie. Eerst was ik een vechtertje. Elke donkere, vervelende en negatieve gedachte wilde ik uitbannen, begraven. Dit wil ik helemaal niet denken, dacht ik dan. Blijkt dat gedachten terug kunnen vechten. Hoe harder je tegenstribbelt, hoe meer ze terugkomen. Probeer maar: als ik je nu vertel dat je niet aan een roze olifant mag denken, denk je er de godsganse dag aan. Irritant. Toen ik accepteerde dat ook die moeilijke gedachten er mogen zijn, werd het plots een stuk rustiger in mijn hoofd.
Er is een verschil tussen je gedachten er laten zijn en er ook echt op in gaan. Zo las ik ooit ergens het volgende advies van een psycholoog: zie je gedachten als je tijdlijn op Instagram of Facebook. De gedachten (of posts) zijn er, maar je kunt zelf kiezen welke je vluchtig bekijkt en waar je meer tijd (en een like) aan besteed. Oftewel: op de content heb je niet altijd invloed, wat je ermee doet wel. Die irritante advertentie (of vervelende gedachte) die steeds oppopt? Daar scroll je gewoon lekker voorbij zonder er al te veel aandacht aan te geven.
Om dat te kunnen doen, moet je eerst voor jezelf bedenken welke gedachten als zo’n vervelende advertentie kunnen worden gezien. Begint je gedachte met ‘wat als’, gevolgd door een negatief scenario, dan kun je ervan uitgaan dat je een irritante advertentie te pakken hebt. Schrijf voor jezelf eens op welke gedachten vaak terugkomen en hoe je die kunt bestempelen.

Dit trucje betekent niet dat je nooit meer advertenties op je tijdlijn hebt staan. Soms is een gedachte zo hardnekkig dat hij wel twintig keer voorbij komt op één dag. Is helemaal prima, daar scroll je dan maar twintig keer voorbij.

Dat is wat ik ook doe in mijn bed om twaalf uur ’s nachts, als ik de ‘wat had ik beter kunnen zeggen’-gedachte lekker voorbij laat gaan, en tien minuten later eindelijk in slaap val.

Meer lezen

Hier lees je ook de andere blogs in deze serie van Bente.
Hoe kom je weer bij je gevoel? 5 tips van Irene.
Ruby over hoe ze zo moe wordt van self care.

Tekst Bente van de Wouw

Scroll naar boven