De favoriete boeken van schrijver Raoul de Jong

Welke vijf boeken hebben veel betekend voor schrijver Raoul de Jong? Hij vertelt erover.

In de bibliotheek van Schiedam vond Raoul als kind de wereld: boeken over Japan, dat ondeugende Zweedse meisje met oranje vlechten of het regenwoud. “Thuis ­hadden we een grote linnenkast in de huiskamer waar ik precies in paste: de perfecte leesplek.” Toen het lezen een verplichting werd, op de middelbare school, haakte hij een tijdje af. “Tot ik in het laatste jaar moest bedenken wat ik met mijn leven wilde doen. Ik wilde niet worden zoals de mensen om me heen en vroeg me af of er nog andere mogelijkheden waren dan studeren, een baan en trouwen. Reizen bijvoorbeeld, groots en meeslepend leven!”

Ondertussen was hij al met schrijven bezig: vanaf zijn tiende in een dagboek, later in de schoolkrant en op jongerenwebsite Spunk. “Ik wilde naar de filmacademie, maar werd niet aangenomen. Toen zette mijn moeder me ook nog uit huis omdat ik zo’n wilde puber was. Alles ging mis! Tot iemand tegen me zei: ‘Ga een boek schrijven.’” Er volgden er zeven in de jaren daarna, waarin Raoul de lezer vaak meeneemt op reis. Naar Afrika, New York, Marseille en in Jaguarman naar het land van zijn vader: Suriname. In zijn nieuwste boek Gesprekken met opa verkent hij zijn Nederlandse roots in gesprekken met zijn Groningse opa.

Kartonnen dozen – Tom Lanoye

“Omdat mijn moeder me uit huis had gezet, woonde ik rond mijn eindexamen in het huis van mijn tante. Maar zij was vertrokken en ik was achtergebleven bij haar ex-man. We dronken heel veel, terwijl ik moest studeren voor mijn examens – het was een behoorlijk dramatische periode. In die tijd las ik dit boek en dat hielp me om de romantiek in mijn eigen drama te zien. Ik leerde ervan dat het ook goed kan zijn als het leven even niet mooi is.

Lanoye vertelt over zijn overrompelende jeugdliefde, een jongen uit zijn klas, van wie het maar de vraag is of die zijn liefde beantwoordt. Ik was ook vaak uitzichtloos verliefd op jongens, dus ik ­herkende me daarin. En ik dacht: ik kan dit ook, van al het drama dat mij nu overkomt een mooi verhaal maken. Dat werd Het leven is verschrikkulluk – waarvan ik de titel natuurlijk ontleende aan Remco Camperts Het leven is vurrukkulluk, om mijn leraar Nederlands te pesten, haha.”

Een ander land – James Baldwin

“Na mijn eerste twee boeken wilde ik mijn leven weer een andere kant op ­sturen. Ik besloot met maar vijftig dollar op zak naar New York te gaan, zoals mijn heldin Madonna dat ooit deed. Mijn agent raadde me toen aan dit boek van Baldwin te lezen, omdat het zich in die stad afspeelt.

De laatste jaren is hij helemaal herontdekt, maar wat me daarin een beetje stoort, is dat hij alleen naar voren wordt geschoven als activist. Terwijl hij vooral en boven alles een schrijver was, die bijvoorbeeld ook schreef over homoseksualiteit in een tijd dat dit nog niet gebruikelijk was. Deze roman was mijn kennismaking met Baldwin en gaat over de ingewikkelde relaties in een vriendengroep nadat een van hen een einde aan zijn leven heeft gemaakt.”

A fortune-teller told me – Tiziano Terzani

“In New York heb ik mijn grote liefde Gianluca ontmoet, met wie ik nog steeds samen ben. Hij wilde me graag twee zomermaanden lang meenemen op reis door zijn geboorteland Italië. Ik zou daarover dan stukjes schrijven in nrc.next, maar zocht naar een invalshoek. Toen ik dit lievelingsboek van Gianluca las, kreeg ik een idee. Hierin vertelt Terzani hoe hij jarenlang als journalist voor Der Spiegel over de wereld reisde, tot een waarzegger hem zei: ‘Wat je ook doet, in 1993 mag je niet vliegen.’

Terzani besloot die voorspelling serieus te nemen en in dat jaar over land door Azië te reizen. Het werd het wonderlijkste en mooiste jaar uit zijn leven. Mijn conclusie was: wonderen bestaan als je dóét alsof wonderen bestaan. Gianluca en ik kochten een wonderamulet en lieten het lot bepalen waar we heen gingen. Zo leerde ik via Terzani dat zonder plan op reis gaan óók een goed plan is, en dat je dan precies krijgt wat je nodig hebt.”

Wij slaven van Suriname – Anton de Kom

“Mijn Surinaamse vader ontmoette ik pas toen ik 27 was. Ik werd nieuwsgierig naar zijn geboorteland. Bij Suriname kwam ik niet veel verder dan Bouterse en roti. Ik wilde lezen over de geschiedenis, opgeschreven door Surinamers zelf. Dit was tien jaar geleden, toen Anton de Kom nog niet was herontdekt. Na lang zoeken op internet kwam ik dit boek over de slavernij tegen.

Het boek deed echt iets met mijn blik op de wereld. Ik heb mijn hele leven over de Rotterdamse Kruiskade gelopen en wist dat daar in de zomer een feestdag werd gevierd die Keti Koti heette, maar ontdekte nu pas wat dit met mijn voorouders te maken had. Ik begreep mijn vader beter en ook waarom zwarte jongens mij soms broer noemen: we stammen af van mensen die de hel op aarde hebben overleefd. Dit is waarom ik Jaguarman ben gaan schrijven, een boek als een tempel voor schrijvers zoals De Kom en de Surinamers uit wie ik ben voortgekomen.”

Down there on a visit – Christopher Isherwood

“Ik hou enorm veel van Christopher Isherwood, omdat hij zo eerlijk en grappig schrijft. In Down there on a visit staan vier portretten van hem, en beschrijft hij hoe verschillende mensen zijn leven hebben beïnvloed. Het leukste verhaal vind ik dat over zijn komst naar Hollywood rond 1940. Hij is dan al een beetje beroemd in Europa en is opgenomen in het intellectuele circuit in New York, maar mist iets. Isherwood laat zijn carrière achter en gooit het leven weer open.

We leren allemaal dat we moeten streven naar succes en dat moeten vasthouden als we het hebben bereikt. Ik krijg nu veel aandacht voor mijn ­boeken, wordt genomineerd voor prijzen, maar wil ook blijven onderzoeken wat het leven nog meer voor me in petto heeft. Deze schrijver inspireert me om dat te blijven doen.”

Op mijn nachtkastje:‘Veel tegelijk. Bovenop ligt The posthumous memoirs of Brás Cubas van Joaquim Maria Machado de Assis. Ik vind het leuk om boeken te lezen van schrijvers die ik nog niet ken.’

Boekenlegger of ezelsoren:

‘Ik ben voor de boekenlegger maar ik raak ze kwijt, dus ezelsoren.”

E-reader of papier:

‘Papier.’

Klassieker die ik zou moeten lezen:

‘Hierop heb ik geen ­antwoord, behalve dat er zo veel boeken zijn die klassiekers zouden moeten zijn maar die nooit aandacht hebben gekregen.’

Bieb of boekhandel:

‘Allebei. In de bieb ga ik vaak werken, in de winkel koop ik mijn boeken.’

Kwam ik niet doorheen:

‘Er zijn wel van die ­boeken, maar ik weet hoe naar het is als mensen dat zeggen over een boek waar je jaren aan hebt gewerkt.’

Meer lezen?

Dit verhaal komt uit Flow 6-2022.
Bij Flow houden we van lezen. Elke week vertelt een van de redactieleden over het boek dat ze gelezen hebben én wat ze ervan vonden.
Deze nieuwsbrief wil je lezen: de Boekencurator.

Interview Bas Maliepaard  Fotografie bonnita postma  Styling Anne-Marie Rem

Scroll naar boven