Gijs van der Sanden over rouw: “Afval verwerk je, verlies niet”

Journalist en schrijver Gijs van der Sanden over rouw. Hoe ga je daarmee om als het plotseling op je deur klopt?

Wat is rouw?

“Verschillende dingen. Rouw is het diep, diep missen van iemand die er niet meer is. Het is de pijn die overblijft. Het is omgekeerde verliefdheid. De prijs die je betaalt voor liefhebben. En het heeft zo veel vormen: je kunt ook rouwen om een baan of een levensfase die voorbij is. Voor mij voelt rouwen vooral als heimwee.”

Hoe reageerde jij toen rouw op je deur klopte?

“Toen mijn vader stierf – hij werd 57 – woonde ik net in Amsterdam. Ik was jong, stapte het studentenleven in. Ik was mijn leven aan het optuigen en opeens moest ik mijn vader missen. Los van het verdriet dat ik natuurlijk had, voelde rouw daardoor een beetje als die vervelende oom die het feestje komt verpesten. Ik had er geen ruimte voor, hier had ik niet om gevraagd.

Zo snel mogelijk probeerde ik mijn leven weer op te pakken en dat lukte. Ik merkte dat missen en jong zijn hand in hand konden gaan. Ging nog steeds naar festivals met vrienden, of naar de club. Uithuilen kon ik bij mijn moeder. Daardoor was de rouw nog te dragen. Totdat mijn moeder vier jaar later ook doodging. Ik moest niet alleen afscheid nemen van haar, maar ook van het kind-zijn. Het voelde in alle opzichten als een enorm verlies.”

Waar liep je tegenaan?

“Wat ik niet wilde, was de deur opendoen en dat grote verlies toelaten. Maar verdriet wegduwen is hetzelfde als een bal onder water willen houden in een zwembad. Het kost enorm veel energie. En hoe hard je ook je best doet, die bal komt altijd weer boven. Dat leerde ik later pas, met vallen en opstaan. Inmiddels laat ik het toe.”

Wat hielp jou in je proces?

“Ik was degene met wie het altijd goed ging, dus verdriet hield ik voor mezelf en kropte ik op. Dat maakte me eenzaam en kostte me bakken energie, waardoor ik uiteindelijk vastliep. Door veel therapie ben ik er uiteindelijk achter gekomen dat je rouwen niet alleen hoeft te doen. Je mag je verdriet delen, zeggen dat het minder gaat.

Nog een levensveranderend inzicht: ik dacht dat ik nooit meer gelukkig zou zijn als ik rouw zou toelaten. Daarom duwde ik het steeds weg. Maar het is niet het een of het ander. Contrasterende emoties kunnen prima naast elkaar bestaan. Sterker nog: je hebt ze allemaal nodig om mens te zijn. Ook verdriet en pijn.”

Heeft rouw een eindpunt?

“Nog steeds ben ik aan het rouwen. Dus nee, ik denk het niet. In het begin kun je het verdriet bijna niet negeren, het is een soort stevige kiespijn die altijd aanwezig is. Inmiddels voelt het niet meer zo voor me. Ik kan doorgaan met mijn leven, maar het gemis zal altijd sluimeren.

Zo ben ik net het onderwijs in gestapt, net als mijn vader. Ik had hem zo graag willen vragen: ‘Pap, wat vind je daarvan? Ik als docent?’ En zo zijn er meer momenten in mijn leven waarop ik mijn ouders mis. Hoe zouden ze als opa en oma zijn geweest bijvoorbeeld? Ik zal het nooit weten. Wat dat betreft groeit rouw met je mee, het diept zich uit.”

Vaak wordt gezegd dat je groot verlies ‘verwerkt’ of ‘een plek geeft’

“Afval verwerk je, verlies niet. Ik heb er veel over gesproken met psychologen, en tegenwoordig hebben ze het vaker over ‘verweven’. Dat vind ik een mooi woord. Je verweeft een verlies in je bestaan. Je geeft het geen plek, maar maakt het onderdeel van wie je bent en hoe je je leven leidt.”

Herken je de vijf fases van rouw: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en aanvaarding?

“Ja, deze stadia zijn in 1969 beschreven door psychiater Elisabeth Kübler-Ross. De grap is: ze zijn aanvankelijk nooit bedacht voor rouw, maar voor mensen die weten dat ze gaan sterven. Op de een of andere manier heeft dit stappenplan ook zijn weg gevonden naar omgaan met groot verlies.

Het zou fijn zijn, een checklist voor rouw. Het geeft houvast om te kunnen denken: als ik dit doe, verdwijnt het uiteindelijk. Maar zo werkt het helaas niet. Rouwen is chaotisch en rommelig, valt niet in hokjes te stoppen. Het is geen to do-lijst die je kunt afvinken. We moeten af van het idee dat verdriet iets is wat we moeten oplossen.”

Rouwen is extra lastig in een maatschappij waarin we geobsedeerd zijn door geluk, schrijf je in je boek.

“We leven in een wereld waarin gelukkig zijn het hoogst haalbare doel is, samen met succes hebben. Rouw en verlies staan daar haaks op. Toen ik allebei mijn ouders verloor, hoorde ik niet meer bij het leven waarin mensen succesvol en blij zijn. Ik weet nog dat ik op een festival was en om me heen keek – iedereen lachend en schreeuwend – en ik dacht: wat doe ik hier? Dat is shit, het gevoel hebben er niet meer bij te horen omdat je even niet gelukkig bent.

Ik merk wel dat dat tijdsbeeld nu langzaam aan het veranderen is. Zo schreef Brené Brown een bestseller over het omarmen van je kwetsbaarheid, en ook op social media lijkt er steeds meer openheid te zijn rondom de minder leuke dingen in het leven.”

We zijn dus meer open over onze mentale gezondheid?

“Ja, en dat is goed. Tegenslag hoort bij het leven, daar hoeven we geen strik omheen te doen. Want dat horen we het liefst: dat je ergens sterker uit komt. Dat je in elk geval nog iets uit je verlies hebt gehaald. Maar tegenslagen mogen ook nergens goed voor zijn. Je mag zeggen: ‘Hier heb ik helemaal niets aan gehad, het heeft me alleen maar zwakker gemaakt.’

Dat geldt voor mij ook. Ja, de dood van mijn ouders heeft me veel geleerd over mezelf, maar ik had nog altijd veel liever gewild dat het niet was gebeurd.”

Is rouw alleen maar verdriet en pijn?

“Het heeft een negatieve lading, maar kan ook licht zijn. Als ik denk aan mijn ouders voel ik vaak gemis, wil ik heel graag dat ze niet dood zijn. Maar er zijn ook veel momenten waarop ik glimlach om een herinnering. Zo zag ik laatst een foto waar mijn vader heel dom op stond, daar kan ik dan zo om lachen. Rouw staat dus niet gelijk aan huilen in een hoekje en wachten tot het voorbij is. Het is óók warmte, troost en soms zelfs blijdschap.”

Wat kun je beter niet zeggen tegen iemand die deze pijn met zich meedraagt?

“Verdriet wil maar één ding en dat is erkend worden. Het pijnlijkste wat je dus kunt doen, is doen alsof het niet bestaat. Wat wel helpt, is laten blijken dat je aan die persoon denkt. Dat er ruimte is voor verdriet. Je hoeft geen wijsheden op te sommen of slimme dingen te zeggen. Erken simpelweg dat iemand door een moeilijke tijd gaat, dat is genoeg.”

Zijn er überhaupt tips om met verlies om te gaan?

“Rouwen kun je niet goed of fout doen, maar als ik toch een tip moet geven: kijk wat werkt voor jou en laat je niet leiden door verwachtingen. Als jij graag naar het graf gaat om te herdenken, prima. Als je liever herinneringen aan iemand opschrijft, ook goed.

Nog een fijne gedachte: mensen kunnen verliezen dragen. Misschien denk je eerst dat het allemaal uitzichtloos is, maar we zijn veerkrachtig. Uiteindelijk vinden we weer een weg om het leven zin te geven, en dat kan en mag op onze eigen manier.”

Meer lezen

Ook Tatjana Almuli werd geconfronteerd met groot verlies.
Gijs van der Sanden vertelt ook over rouw in deze docu.

Interview Bente van de Wouw Illustratie XuanLocXuan

Scroll naar boven