Lisanne: ‘Deze Iraniërs kotsen op het regime dat hen al decennia onderdrukt en angst inboezemt’

Ze gingen de wereld over: protesterende vrouwen, zwaaiend met hun hoofddoek, sommige van die doeken waren in de hens gestoken, branden zullen ze, want deze Iraniërs kotsen op het regime dat hen al decennia onderdrukt en angst inboezemt. Er was een emmer volgelopen bij deze vrouwen, een emmer waar al heel lang venijnige druppels in vielen, en ineens, pats, boem: overstroming.

Er was oneindig veel moed voor nodig om de straten op te gaan, en die moed was voor ons ineens zichtbaar in honderden kleine pixeltjes op tv, op onze computer- en telefoonschermen. Kijk maar, schrik maar ja, dit gebeurt er, dit gebeurt dáár en niet hier.

Woest

Ik schrijf over de dingen waar ik op wil spugen, die me woest maken: seksisme, genderongelijkheid, racisme, femicide, maar ik geneerde me ineens een beetje voor mijn lafhartige en makkelijke manier van protest, altijd veilig op papier en dan ook nog eens in een relatief vrouwvriendelijk land als Nederland. Wat die vrouwen in Iran daar deden en doen, spreekt van een dapperheid die wij hier in Nederland amper hoeven te laten zien. Protesteer je op het Malieveld, dan kun je hoogstens met een waterkanon worden weggejaagd – nou, poeh poeh – maar protesteer je in Iran, dan kan het zijn dat je levenloos in een kist terugkeert.

Nederland versus Iran

Op Twitter maakten velen diezelfde vergelijking: Nederland versus Iran, we mogen van geluk spreken dat we hier leven, beseffen we dat wel? Als vrouw worden nagefloten, minder betaald krijgen dan een man, waar hébben we het over terwijl er in Iran vrouwen sterven omdat hun hoofddoek niet goed zat?

De Iraanse protesten duwden ons met onze neus op de feiten: op hoe veilig en goed we het hier hebben. Een twitteraar (v) schreef daarom ook bij de beelden van de brandende hoofddoeken dat dít pas feminisme is. ‘Terwijl wij hier doen alsof je tieten laten zien taboedoorbrekend is.’ Ik likete dat, in mijn verhitte woede.

Lees ook
Merel zoekt man: ‘Midden in de nacht krijg ik bezoek van mijn ex’

Wanneer ben je feminist?

Daarna ging ik nadenken. Klopt het ook? Ik vind het woord feminist inderdaad iets groots – en het is door die grootsheid dat ik mezelf niet hardop feminist durf te noemen. Wie denk ik wel niet dat ik ben? Maar ik zie mezelf ook weer niet als géén feminist: ik maak me wel druk (en vaak ook woest) om de dingen waar feministen in Nederland in kranten en tijdschriften, in de straten van onze steden en op sociale media tegen strijden.

Ben je alleen feminist als je luid op de barricades bent geklommen en daar je stem verheft? Ben je niet ook feminist als je je vrouwelijke collega’s verzamelt om een even hoog inkomen als dat van een man te eisen? Als je tegen je opa zegt dat een grap over het aanrecht niet meer van deze tijd is? Als je op een groepje jongens afstapt dat net een meisje nafloot? Je borsten op Instagram blijft laten zien als zoveelste poging om de nipple eindelijk free te krijgen? Ben je niet óók een feminist als je een mannelijke collega uitlegt dat het seksistisch en ongepast is om een dubbelzinnige opmerking te maken (‘lekker hoor’) als je een banaan eet?

Klein, groot, stil, luid, moedig

De ene feminist heeft veel meer moed nodig en loopt veel meer risico dan de ander. Maar feminisme is er in allerlei vormen. Klein, groot, stil, luid, moedig, op de barricaden of erachter. En al die vormen hebben één overeenkomst: ze zijn altijd en overal nodig – tot de ongelijkheid is verdwenen.

Journalist Lisanne van Sadelhoff (32) woont met haar hond Leo in Utrecht. Elke week schrijft zij in Flair over wat haar bezighoudt. 

Deze column van Lisanne komt uit Flair 42-2022. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair. Wil je een editie (na)bestellen? Dat kan hier.

Fotografie: Bart Honingh

The post Lisanne: ‘Deze Iraniërs kotsen op het regime dat hen al decennia onderdrukt en angst inboezemt’ appeared first on Flair – Voor jou, over jou.

Scroll naar boven