Meryem (23) zou uitgehuwelijkt worden, maar besloot te vluchten: ‘Voor mijn familie ben ik dood’

Haar zus kwam niet meer thuis na een ‘familiebezoek’ in Marokko. Dus toen Meryem (23) die kant op moest om met haar neef te trouwen, wist ze: het is nu of nooit. Ze vluchtte uit huis.

“Ik ben geboren in Nederland, net als mijn zus en broertje, maar de wieg van mijn ouders stond in Marokko.”

Mijn zus was mijn idool

“Ik was idolaat van mijn oudste zus. Ze was gek op merkkleding, popmuziek en make-up, dingen waar mijn ouders niets van moesten hebben. Ik weet nog dat mijn zus regelmatig in de clinch lag met mijn vader, die haar alleen maar in shirts met lange mouwen en lange rokken wilde zien.

Ze was groot fan van de film Twilight toen die destijds uitkwam. In het bijzonder van Robert Pattinson, die vampier Edward speelde. Toen ze vijftien was, had ze een poster van hem met ontbloot bovenlijf op haar kamer gehangen, recht boven haar bed. Maar die hing daar niet lang.

Mijn vader zag de poster en scheurde ’m van de muur. Hij schreeuwde naar mijn zus en mijn zus schreeuwde terug, iets wat ik nooit had gedurfd. Maar dat alles deed er niet toe; Edward was weg en een jaar later was mijn zus dat ook.”

Raar gevoel 

“Ik had er een raar gevoel bij toen ze naar Marokko ging. Ik had mijn ouders eerder met elkaar horen praten over een jongen met wie mijn zus na school zou afspreken en dat ze zich daar zorgen over maakten. Mijn zus huilde toen mijn ouders haar naar het vliegveld brachten. Toen dacht ik nog dat ze terug zou komen.

Dus toen mijn moeder me vertelde dat ze in Marokko wilde blijven, was ik helemaal van de leg. Hoe kon ze dat nou willen? Tegen mij had ze altijd gezegd dat ze rechten wilde studeren en in Amsterdam op kamers wilde gaan wonen!”

Bedekkende kleding

“In de zomervakantie voordat ik naar de middelbare school zou gaan, kwam ik thuis van mijn bijbaantje en trof mijn vader in mijn kamer aan. Hij stond met een grote vuilniszak voor mijn kast en gooide al mijn skinny broeken erin. Ik stond perplex en vroeg wat hij aan het doen was. Mijn vader griste een van de broeken die ik uit de zak had gepakt weer uit mijn handen, keek me aan en zei dat ik nu te oud was voor ‘dit soort kleding’. Het werd tijd dat ik me meer zou gaan bedekken, zei hij.

Ik wist dat het geen zin had om tegen te sputteren, ook omdat ik bang was voor mijn vader. Hij had me al eens eerder geslagen als ik naar zijn zin te brutaal was, en ik wilde niet weer klappen krijgen. Van mijn moeder hoefde ik geen steun te verwachten: zij had mij zelf nooit met een vinger aangeraakt, maar ze leek het wel eens te zijn met de fysieke straf die mijn vader uitdeelde.”

Weg vrijheid

“De drie jaar daarop werd mijn vrijheid steeds verder ingeperkt door mijn ouders. Uit school met vrienden afspreken was er niet bij, ik moest meteen naar huis komen. Mijn moeder werkte niet en wilde dat ik haar hielp in het huishouden. Het was belangrijk dat ik wist hoe ik dat op een goede manier moest doen, zei ze.

Als ik tegen mijn ouders zei dat ik niet van plan was om later huisvrouw te worden of als ik het over mijn studiekeuze voor later wilde hebben, wimpelden ze me af. Daar zouden we het later nog weleens over hebben, zeiden ze dan.

Op een dag, vlak voordat ik in vier havo zou beginnen, zei mijn moeder tegen me: ‘Volgende week gaan we je zus bezoeken in Marokko, dus pak maar even een koffer in’.”

Naar Marokko

“Ik was maar één keer eerder in Marokko geweest, toen ik elf was. Ik haatte het daar, ook omdat mijn zus niet meer de oude was. Ze liep met een hoofddoek en ik mocht haar maar heel even spreken, omdat ze ‘druk’ was met andere dingen, had mijn tante gezegd.

Ik was bang voor de reis en vond het raar dat we uitgerekend nu gingen, helemaal aan het einde van de vakantie. Ik maakte me zorgen: zou ik wel op tijd terug zijn voordat school weer begon? Mijn moeder zei dat we op tijd terug zouden zijn, maar ik vertrouwde haar niet. Daarom vroeg ik haar om mijn retourticket te laten zien. Ik wilde bewijs zien dat ik op tijd voor school weer terug zou zijn.

Mijn moeder was verontwaardigd. Hoe dúrfde ik haar te wantrouwen! Ik probeerde haar nog een paar keer zover te krijgen mijn retourticket te laten zien, maar uiteindelijk vertelde ze mijn vader hoe vervelend ik was. Vanaf dat moment zat ik opgesloten in mijn kamer.”

Uithuwelijken

“Op de derde dag, twee dagen voordat we zouden vertrekken, kwam mijn vader mijn kamer binnen. Hij liet me een foto zien. Op de foto stond een man die minstens twee keer zo oud was als ik, met een geel gebit en kleine oogjes.

Mijn vader vertelde me dat dit mijn achterneef was, dat ik op mijn achtste aan hem was beloofd en dat hij van mij verwachtte dat ik zou toestemmen met een huwelijk zodat mijn neef naar Nederland zou kunnen komen, omdat ik anders niet meer uit deze kamer zou komen. Het enige wat ik kon denken was: nee, ik wil dit niet! Op hetzelfde moment besefte ik: dus dit is wat mijn zus is overkomen.

Alleen, en zo simpel was het, binnen onze familie was ons met de paplepel ingegoten om te zwijgen. Mijn hele jeugd had ik klasgenootjes op afstand gehouden. Die zouden onze tradities niet begrijpen, zeiden mijn ouders altijd. Het enige contact dat ik met ze had, was op het schoolplein.

Mijn zus was mijn beste vriendin geweest, totdat ze wegging. En daarna was ik alleen. Eenzaam. Maar dat besef ik nu pas. Want toen vond ik dat allemaal normaal.”

Cipier als moeder

“Ik mocht mijn kamer niet verlaten voordat ik instemde met het huwelijk. Er zat een hangslot aan de buitenkant en ik moest op de deur kloppen om naar het toilet te mogen. Zelfs mijn eten kreeg ik op mijn kamer gebracht. Mijn moeder was mijn cipier geworden.

Voor veel mensen is het ondenkbaar dat vrouwen meewerken aan zulke vrouw-onderdrukkende praktijken, maar het hele systeem van eer en gehoorzaamheid zit er bij haar zo ingebakken dat ze zelfs in staat was om haar eigen dochters te dwingen om te trouwen.

Nadat mijn eerste paniek was gezakt, bedacht ik dat ik een plan moest hebben. Een scenario waarin ik uitstippelde hoe ik hieruit zou kunnen ontsnappen. Uiteindelijk wist ik het. Ik zei tegen mijn vader dat ik zou instemmen met het huwelijk. Dat ik snapte hoe belangrijk dit was voor onze familie en dat het me speet hoe opstandig ik was geweest.

Ik meende er niets van, ik zei het alleen om mijn ontsnapping te plannen. Om meer bewegingsvrijheid te creëren, want zolang ik me verzette, zat ik letterlijk achter slot en grendel.”

Voor mijn familie ben ik dood

“Mijn kans kwam toen mijn vader even de deur uit liep om een pakketje op te halen bij de buren op de hoek van de straat. Het was zomer, warm en hij bleef er even staan praten terwijl hij de tuindeur open had laten staan. Ik wist: dit is het moment.

Ik pakte een rugzak die ik van tevoren had ingepakt met wat essentiële spullen en schoot het huis uit, op weg naar het busstation om de bus naar een blijf-van-mijn-lijfhuis te nemen waarvan ik het adres op een briefje had geschreven.

Maar toen ik daar eenmaal was, aarzelde ik om daadwerkelijk aan te bellen. In plaats daarvan besloot ik toch mijn ouders maar te bellen. Ze moesten inmiddels wel gemerkt hebben dat ik weg was en ik denk dat ik ergens, heel naïef, hoopte dat ze daardoor tot inkeer waren gekomen.

Mijn moeder nam op. Zodra ik haar stem hoorde, begon ik te huilen. Ik zei: ‘Mam, ik ben het… ik wil naar huis komen, maar ik wil niet met die man trouwen…’ Haar reactie staat nog steeds in mijn ziel gekerfd. Ze zei: ‘Of je komt terug en je trouwt met wie wij zeggen, of je bent vanaf vandaag dood voor ons.’ Ik kon niets meer uitbrengen. Ik bleef stil, net zo stil als het aan de andere kant van de lijn was, totdat ik na een minuut of wat een klik hoorde. Mijn moeder had opgehangen.”

Weggevlucht

“Als een zombie heb ik aangebeld bij het blijf-van-mijn-lijfhuis, waar ik werd opgevangen. Er werd me verteld dat het onder huiselijk geweld valt als familieleden je dwingen om te trouwen. De dreiging en de mishandeling waarmee je te maken kunt krijgen bij een gedwongen huwelijk zijn strafbare feiten, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om aangifte te doen tegen mijn ouders.

De mensen bij het opvanghuis hebben me geholpen om uiteindelijk in een begeleid wonen-traject terecht te komen en terug te gaan naar school. Het was geen makkelijke weg, want ik heb mijn oude identiteit voor altijd achter me moeten laten. Ik heb inmiddels geleerd mijn leven te leiden zonder het gevoel dat ik familie heb. Als ik ooit kinderen krijg, zal er aan mijn kant een totaal blanco zijn wat opa, oma en verdere familie betreft. En: ik heb een neefje en nichtje die ik nooit zal ontmoeten.”

Lees ook
Anne-Lotte: ‘Ik ga mijn zwangerschap afbreken, ik ben geen goede moeder voor een kind met Down’

Nog altijd ondergedoken

“Een paar maanden geleden heb ik via Facebook contact gelegd met mijn zus. Ik heb een account aangemaakt onder een valse naam en heb haar een berichtje gestuurd. Dat was emotioneel.

Ze leek in eerste instantie boos, maar later gaf ze tussen de regels door toe dat ze wenste dat ze het lef had gehad om te doen wat ik heb gedaan. Ze zit opgesloten in een huwelijk met een man van wie ze niet houdt maar die, volgens haar zeggen, niet slecht voor haar is. Ze heeft inmiddels twee kinderen en ze weet dat ze die nooit mee naar Nederland zal krijgen als ze bij hem weggaat, dus ze blijft.

Ik probeer het te begrijpen, maar ik kan het niet. Misschien omdat ik zelf nog geen kinderen heb, of omdat ik mezelf emotioneel heb afgeschermd, wie weet zelfs ben afgestompt. Ik laat mensen niet meer echt dichtbij komen, heb moeite met vertrouwen. Niet zo gek, vind ik zelf, als je bedenkt wat mijn bloedeigen ouders me hebben aangedaan.”

Geluksmomenten

“Toch kan ik, vier jaar nadat ik mijn ouderlijk huis ben ontvlucht, eindelijk zeggen dat ik gelukkig ben. Of misschien klopt het meer als ik zeg: ik ken geluksmomenten, ook al ben ik nog lang niet waar ik wil zijn. Ik heb niet echt een druk sociaal leven omdat ik mensen eerst echt goed wil kennen voordat ik ze in mijn leven toelaat. Mijn sociale contacten beperken zich dan ook tot de mensen die ik ken van mijn opleiding en mijn werk.

Ik wil later iets betekenen voor meiden die in dezelfde situatie zitten als waarin ik zat, daarom volg ik een maatschappelijk georiënteerde opleiding. In deeltijd, want ik moet ook werken om in mijn onderhoud te voorzien. Daarom doe ik nu administratief werk op een klein kantoor.

Een relatie? Ik heb wat gedatet met een jongen van school, maar echt serieus is het niet geworden. Ik voel nog steeds een drempel om mensen te vertrouwen. Wat ik uiteindelijk met mijn leven ga doen, weet ik nog niet. Maar ik voel een intense dankbaarheid en voldoening omdat ik zelf kan kiezen. Kiezen wat ik wil dragen, met wie ik ooit wil daten of zelfs trouwen. Maar het allerbelangrijkste: wie ik wil zijn.”

Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair. Wil je een editie (na)bestellen? Dat kan hier.

Tekst: Vivienne Groenewoud | Beeld: Getty Images

The post Meryem (23) zou uitgehuwelijkt worden, maar besloot te vluchten: ‘Voor mijn familie ben ik dood’ appeared first on Flair – Voor jou, over jou.

Scroll naar boven