Denkend aan Doe Maar

Irene van Flow was zo’n echt Doe Maar-meisje, ooit in een lang verleden. Nu, na het overlijden van Henny Vrienten, deelt ze haar herinneringen. 

Ik was er zo een. Zo’n meisje dat naar Doe Maar-concerten ging en flauwviel. Zo’n meisje dat keihard meezong: ‘Je loopt je lul achterna’, terwijl ik pas vijftien was en niet echt begreep waar dat liedje over ging. Die thuis fluor roze/groene sjaaltjes breide, concerten door het hele land bezocht (gebracht door papa) en naar de fanclubdag ging. Die drie dagen niet kon slapen omdat ik ze nu in het echt had gezien, van heel dichtbij.

Dromen en opgroeien

Doe Maar, de band staat voor heel veel mooie herinneringen. Ik was er vroeg bij dankzij mijn zus die me meesleepte. Doe Maar was nog niet echt doorgebroken maar 32 jaar werd net een beetje een hit en ze speelden nog in kleine zaaltjes. Dus daar was ik: in Steenwijkerwold. Het was mijn eerste concert. En ik was verliefd. Op Ernst weliswaar, maar hé, Henny kreeg ook een speciaal plekje in mijn hart. Doe Maar staat voor mij voor dromen, opgroeien, me bewust worden van wat er in de wereld speelde (Heroïne, De bom, Doe maar net alsof; ze grepen me aan de teksten). Doe maar staat voor de eerste kriebels in mijn buik (zong Ernst nou echt niet Belle Irène in plaats van Belle Hélène? En wat waren de heupbewegingen van Henny met z’n bas toch sexy).

Doe Maar staat voor alles van het puber zijn: samen met vriendinnen naar concerten, samen plakboeken maken, samen meegalmen. En ook: samen heel hard huilen toen de band besloot uit elkaar te gaan. Ik weet nog hoe mijn vader ons naar het afscheidsconcert bracht in de Brabanthallen in Den Bosch, en mee naar binnen ging. Hij bleef bij me tijdens het concert en ik kneep even in zijn hand bij het zinnetje ‘kam je haren’ in het liedje Pa.

Nieuwe herinneringen

Vervolgens kwam er, jaren later, een nieuwe laag herinneringen. Ik was inmiddels zelf al moeder, en Doe Maar begon aan een reeks reünieconcerten. M’n zus en ik besloten dat mijn vader ook echt weer mee moest. En terwijl ik in de zaal van de liedjes van vroeger genoot, stond ik ineens stil bij hoe bijzonder het was dat hij me zo vaak door het land naar concerten had gereden. Destijds vond ik het normaal, maar ineens had ik door waarom hij dat had gedaan, die afwezige vader die er zo weinig voor me was in mijn jeugd en van wie ik zo vaak dacht dat hij niet echt om me gaf. Hij wilde me beschermen, met eigen ogen zien dat ik veilig aan- en thuiskwam. Een mooie herinnering, aan mijn vader, die helaas maar 73 werd.

Twee jaar geleden zou ik dan nog een nieuwe herinnering maken. Mijn jeugdvriendin mailde me: Doe Maar in Paradiso. Gaan we? En dan ditmaal met onze eigen kinderen? We kochten kaartjes, de pubers lachten: ‘Haha hoezo gaan we met z’n allen naar een concert? Maar prima mam, als jij er blij van wordt.’ Corona zorgde voor een jaar uitstel, en daarna kwam een afstel wegens ziekte van Henny Vrienten. En nu is hij overleden. Ook hij werd 73.

Er komen nu geen nieuwe live-herinneringen meer bij. Maar gelukkig heb ik er zo veel in mijn hoofd dat ik er nog heel lang mee vooruit kan. Want er is Tijd genoeg om al die nummers nog heel vaak te draaien met mijn pubers. Dus Henny, bedankt! Voor alle herinneringen. 

Tekst en fotografie (uit het persoonlijke archief van) Irene Smit

Scroll naar boven