Gezellig, die snert en spelletjes. Waarom het goed is om tradities te koesteren

We lezen ons suf over het Deense geluksgeheim hygge, maar vergeten dat we zelf ook iets heel moois in huis hebben: gezelligheid. Journalist Annemiek Leclaire zoekt uit wat ze ons opleveren, de tradities van een pan snert op het fornuis, bordspelletjes doen en borrelen met bitterballen.

In gedichten wordt altijd een beetje droevig gedaan over de herfst. Zo heeft dichteres Hanny Michaelis het over ‘een vage geur van heimelijk bederven die aan de moede wind zich heeft vastgehecht’, en ziet M. Vasalis het seizoen ‘hol en leeg van verlangen’. Ik snap die melancholie over de natuur die haar schoonheid moet inpakken wel, maar ik geniet er óók van. Ik vind het najaar minstens net zo fijn als de zomer.

De paden verdwijnen onder een vracht roestbruine bladeren; het bos gaat lekker scherp ruiken naar paddenstoelen en aarde. Kinderen maken kastanjepoppetjes, op school komen herfsttafels met dennenappels, en zodra het gaat schemeren gaan die typisch Nederlandse waxinelichtjes aan. De Nederlandse huiskamers – waar zoals bekend de gordijnen vaak open blijven – lichten van buiten op als etalagekastjes.

Knusheid

Ik vind het knus om op een donkere zaterdagmiddag met een groot glas donker herfstbier in het café een krant te lezen. Of om thuis met mijn kinderen een stapel pannenkoeken met stroop weg te werken terwijl de regen tegen de ramen slaat. In het najaar komen de kinderen met lampions langs de deuren, en even daarna worden alweer de schoenen gezet, sinterklaasliedjes gezongen, gedichten geschreven, pepernoten gebakken; komt er gevuld speculaas in huis, fondant, chocoladeletters en marsepeinen fruit.

Daarna brengt januari hopelijk een strengekou mee, zodat de grachten en de rechte poldersloten eindelijk weer eens bevriezen. En de erwtensoep met rookworst op tafel kan, of de warme chocolademelk met slagroom. Kneuterig? Vast. Kleinburgerlijke genoegens? Zeker. Maar ook heel eenvoudige manieren om dagelijks wat geluk in je leven toe te laten.

Tradities

Onderzoek van de Amerikaanse hoogleraar psychologie Barbara Fiese leert dat het goed is dergelijke simpele tradities te koesteren. Ze brengen ons comfort en veiligheid, benadrukken saamhorigheid, brengen waarden over die we belangrijk vinden, en vormen onze identiteit. Ook is het goed om de wisseling van de seizoenen te vieren. In het recent verschenen boek Off –Verbeter je leven met een digitale detox pleit auteur Tanya Goodin ervoor om met rituelen de jaargetijden te markeren. Een manier om te ‘aarden’ als tegenwicht voor onze vluchtige online levens.

Onze eigen hygge

Er was het afgelopen jaar veel belangstelling voor het begrip ‘hygge’, de Deense opvatting van gezelligheid. Hygge staat voor ‘intiem samenzijn met mensen met wie je je kunt ontspannen’. Vaste onderdelen ervan zijn kaarsen, zoetigheid en warme dranken. Op de Engelstalige markt verschenen in een paar maanden tijd minstens tien titels over het fenomeen. The little book of Hygge (Hygge – De Deense kunst van het leven) van Meik Wiking stond in de top vijf van de Britse bestsellerlijsten en maakt deel uit van de belangstelling voor de ‘scandi-trends’, waartoe ook de begrippen als ‘lykke’ (het Deense woord voor geluk) en ‘lagom’ (het Zweedse woord voor ‘precies goed’) behoren.

Het is niet zo gek dat die boeken hier iets minder belangstelling wekken dan in andere landen, want wij hebben natuurlijk onze eigen hygge. Gezelligheid mag hier dan geen werkwoord zijn zoals in Denemarken, ons leven en onze gesprekken zijn er wel van doortrokken. ‘Was het gezellig?’ vraag je, als je kinderen ergens op bezoek zijn geweest. ‘Gezellig, tot dan!’ roep je, nadat je met iemand een afspraak hebt gemaakt. Ruimtes kunnen gezellig zijn, etentjes zijn het, en mensen ook.

Comfort en saamhorigheid

Op Theculturetrip.com noemt de in Nederland wonende Britse filosoof Tom Coggins ‘gezellig’ ‘een van de prachtige Nederlandse woorden die we in het Engels nodig hebben’. Hij schrijft: ‘Hoewel ‘gezelligheid’ vaak gelijk wordt gesteld met het Engelse ‘cosiness’, heeft de Nederlandse term veel meer betekenis dan de Engelse tegenhanger. Voor Nederlanders heeft gezelligheid betrekking op een breed spectrum aan leuke, joviale of vriendelijke situaties. Met als belangrijkste overeenkomst het gevoel van persoonlijk comfort en saamhorigheid.’

Het woord ‘lekker’ is nauw verwant aan die gezelligheid; bij knusheid hoort óók traditioneel eten. Stamppotten, oliebollen en appelflappen, een patatje oorlog, hagelslag, warme appeltaart of beschuit met muisjes als er een baby wordt geboren. Vaste prik zijn volgens Tom Coggins ‘tiny borrelhapjes’ zoals bitterballen, – ‘waar men tijdens feestdagen en belangrijke voetbalwedstrijden kleine Nederlandse vlaggetjes in prikt als symbool van nationale trots’ – en ‘little cheese blocks that come with a small helping of mustard’.

Lyrisch over de Nederlandse gezelligheid

Ook lyrisch over de Nederlandse gezelligheid is de Amerikaanse antropoloog Mark Neupert. Hij maakte een documentaire over het leven in Leiden: Cobblestone stories – A year of modern living in Leiden, the Netherlands. Verwonderd filmt hij de gezelligheid van de feesten: de intocht van Sinterklaas, de liedjes bij de viering van het Leids Ontzet, het borrelen op terrassen. Het werd een liefdesbrief aan een manier van leven die voor Nederlanders normaal is, maar die Neupert als Amerikaan vanwege het kleinschalige karakter ervan bijna exotisch aandeed.

Unieke vaardigheid

“De Nederlanders hebben een unieke vaardigheid en traditie om het gezellig te maken,” zegt Klaaske van Moort, dochter van Nederlandse ouders die al voor haar komst naar het Australische eiland Tasmanië verhuisden. Van Moort volgde een kunstopleiding in Amsterdam, en woonde voordat ze naar haar geboortegrond terugkeerde op verschillende plekken in Europa.

“Nederlanders zijn de meesters van het schemeruur: ze steken lichtjes aan, schenken een drankje in. Het is een druk volkje, dus áls ze zich ontspannen, willen ze er het beste van maken.” Ze prijst de ‘comfort food op vaste tijden’: ’s ochtends de koffie met koek, ’s middags de thee op het theelichtje, rond vijven het drankje met de borrelhapjes. Altijd een koud biertje in de koelkast. Ze herinnert zich sfeervol verlichte huiskamers met comfortabele zitjes.

“Anders dan in de Britse en Franse cultuur waar het standsverschil nog duidelijk aanwezig is, is alles bij jullie op ongedwongenheid gericht,” zegt ze. “Combineer dat met jullie onopgesmukte manier van converseren, en een frisse fietstocht, en je bent na een bezoekje aan Nederland niet alleen opgekikkerd, maar je voelt je ook gekoesterd.”

Huiselijkheid

De Nederlandse nadruk op huiselijkheid komt volgens Van Moort niet alleen door het soms gure weer, maar ook door de ‘subtiele schoonheid van het landschap’. Zelf woont ze tweehonderd meter van het strand in een dramatische setting van klippen, grote golven, scherp licht, en krachtige windstromen. Als ze het huis uitloopt, ziet ze dolfijnen, walvissen en zelfs orka’s. “Met al die spectaculaire schoonheid ga je je huis niet binnen gezellig maken,” mailt ze vanuit het Tasmaanse kunstmuseum waar ze werkt. “Het is meer een plek om te wachten tot je weer naar buiten kunt.”

Canadese gezelligheid

Pieter Swinkels, voormalig adjunctdirecteur van uitgeverij De Bezige Bij, woont met zijn Canadese vrouw sinds zeven jaar in Toronto. Hij werkt daar als leidinggevende bij Kobo, het platform voor e-books. “Ook Canada kent gezelligheid,” zegt hij. “Culturele iconen als Tim Hortons, een soort Starbucks avant la lettre met een jarenvijftigimago, een ijshockeywedstrijd van de Toronto Maple Leaves. Of een honkbalwedstrijd van de Toronto Blue Jays roepen ook voor de vele immigranten hier een gevoel van nationale gezelligheid op. Voor families die al veel langer in Canada wonen, maken de weekenden naar de cottage aan een van de vele meren een gelukzalig gevoel van saamhorigheid los.”

Maar voor hemzelf geldt toch: “Na zeven jaar Canada is Nederlandse gezelligheid voor mij de vanzelfsprekende, ongedwongen sfeer die bijna automatisch ontstaat als je in gezelschap bent van goede bekenden. Samenkomen met mensen die je niets hoeft uit te leggen, brengt me direct een veilige ontspannenheid.”

Typische Nederlandse gezelligheid

Soms hebben we anderen nodig om ons de waarde te doen inzien van onze eigen gebruiken. Want dat gezellige, dat in Nederland zo vanzelfsprekend is, is eigenlijk van een grote schoonheid. Het weeft eenvoudige pleziertjes die voor iedereen toegankelijk zijn, door onze dagelijkse levens heen. ‘Gezellig’ brengt mensen bij elkaar. Het zorgt voor aansluiting. (Ook al kan het weleens doorslaan: van een kleine, warme huiskamer waar het gezelschap zich in de bekende verjaardagskring heeft georganiseerd en de slagroomtaart net heeft plaatsgemaakt voor de schaaltjes leverworst, zal niet iedereen gecharmeerd zijn.)

Volgens Saskia Pieterse, literatuurwetenschapper en gespecialiseerd in de beeldvorming van de Nederlandse cultuur, is de herkomst van die typisch Nederlandse gezelligheid gelegen in de achttiende-eeuwse zorg voor het gezinsleven. “In de schilderkunst van de achttiende en negentiende eeuw zien we al gezinnen gezellig rond de huiselijke haard zitten, de vader een pijpje rokend,” zegt ze. “Dat beeld van een door en door huiselijke cultuur bestaat nog steeds.”

Gezel

Socioloog Cas Wouters, deskundige op het gebied van de Nederlandse omgangsvormen, ziet gezelligheid vooral als ‘het kleine geluk van het huiselijke leven’. “Het toonbeeld daarvan is het bij elkaar op de koffie gaan.” Het woord is volgens hem afkomstig van ‘gezel’, en ‘gezelschap’, en de kern ervan is ‘ongedwongen samenzijn’. Tot de kleine geneugten van het huiselijk leven behoren ook termen als natafelen, spelletjes doen, fonduen of gourmetten, naar een stamcafé gaan en volgens de Britse filosoof Coggins zelfs ‘uitbuiken’: ‘een werkwoord waarmee de spreker wil uitdrukken dat ‘de buik even wat tijd nodig heeft om te ontspannen na een overdadige maaltijd’.’

Andere lading

Vóór de jaren zestig had het begrip ‘gezelligheid’ volgens Cas Wouters een andere lading. “Bij het gezellige leven op stand hoorde een strenge hiërarchie en een stevige etiquette. Zo ging je pas weg als de belangrijkste gast was vertrokken.” Dat stijfdeftige is helemaal uit het begrip verdwenen, sterker nog: een kenmerk van gezelligheid is tegenwoordig de mate van gelijkheid die de aanwezigen voelen. “Er moet geen duidelijk standsverschil worden tentoongespreid, want dan is het zo ongemakkelijk. Gezelligheid is per definitie informeel en van spanningen ontdaan.”

“Het kenmerk van de Nederlandse gezelligheid is onze neiging om het midden op te zoeken,” zegt Saskia Pieterse. “Compromissen te sluiten, te polderen, zoals het ook wel wordt genoemd.” Die kenmerken, zo menen zij en Cas Wouters, heeft het begrip gezelligheid gemeen met de termen uit de huidige scandi-trends zoals hygge en lagom.

Een eenvoudig leven

Ze komen voort uit samenlevingen waar informele omgangsvormen worden benadrukt, en waar belang wordt gehecht aan het zo eerlijk mogelijk verdelen van de welvaart, zeker in vergelijking met landen als de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Dit lokale gevoel voor gezelligheid draagt volgens de statistieken, naast essentiële geluksfactoren zoals welvaart, een sterk zorgstelsel, vrijheid van meningsuiting en leven in een democratie, bij aan een breed gedeeld geluksgevoel.

Nederland, Zweden en Denemarken staan steevast in de top tien van gelukkigste landen ter wereld, een lijst die jaarlijks door de Verenigde Naties wordt samengesteld. Pieterse: “Ook de Zweden en de Denen hangen het idee aan van een eenvoudig en gelukkig leven dat voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn.”

Gezelligheid 2.0

Toch willen beide wetenschappers bij de romantisering van de Nederlandse gezelligheid een kanttekening plaatsen. Wouters: “Als ik het over de kleine genietingen van het huiselijke leven heb, denk ik ook meteen aan de tirannie van het conformisme.” Pieterse: “Een deel van die gezellige burgerij die zich in de achttiende eeuw rondom de huiselijke haard liet schilderen, stond wel tot in hun enkels in de slavenhandel.”

Wat ze willen zeggen: dat ons-kent-ons karakter van de Nederlandse gezelligheid, dat ook het Deense hygge kenmerkt, sluit ook mensen buiten. Neem het sinterklaasfeest: dat voelt niet voor iedereen even ‘gezellig’, getuige de discussies van de afgelopen jaren. Stel dat we zouden gaan nadenken over een ‘gezelligheid 2.0’, dan zou het fijn zijn, zo zeggen Wouters en Pieterse, als er iets meer lucht in zou mogen. Als we iets meer zouden willen nadenken tot wie onze gastvrijheid aan de koffietafel zich eigenlijk uitstrekt.

Herwaardering ‘cosy’

Dat eenvoudige begrip ‘gezelligheid’, van het kopje koffie, het borreltje, het biertje, is eigenlijk van een veel grotere betekenis dan we zelf denken. Vandaar ook de internationale belangstelling voor het fenomeen. Die ‘huiselijkheid’ is zelfs tot de internationale interieurtrends doorgedrongen. In 2015 verscheen The Monocle guide to cosy homes. Tyler Brûlé, uitgever van de Britse lifestyletijdschriften Wallpaper en Monocle, pleit in de inleiding voor een herwaardering van het begrip ‘cosy’.

‘Waar cosy ooit een woord was voor alles wat stoffig en overvol was, heeft het nu een meer politieke lading gekregen,’ schrijft hij. ‘Het staat tegenwoordig voor elegante warmte, het ongerepte en originele, voor het tegenovergestelde van ‘over-ontworpen’ en overdone. Het staat voor leven met de middelen die we hebben.’ Hier, op mijn zolderkamer in Amsterdam, is het inmiddels begonnen met schemeren, buiten komt de koude regen langs het licht van de straatlantaarns naar beneden. Misschien dat ik met mijn kinderen nog even naar het café loop hier op de hoek om een bitterballetje te eten en een kopje thee te drinken. Of nee, liever nog een donker biertje van de tap. Het is bijna vijf uur: borreltijd.

Meer lezen

10 inzichten uit de Japanse levenskunst Ikigai.
In Zuid-Korea duiden ze hun geluk met Haengbog. 5 tips.
Waarom we ‘niet gelukkig zijn’ als onderdeel van het leven moeten zien.

Tekst Annemiek Leclaire Illustratie Deborah van der Schaaf

Scroll naar boven